Er is veel veranderd in de publicatie-industrie. Toen ik mijn opleiding grafisch vormgeving volgde was het produceren van content in de vorm van een brochure of tijdschrift nog een hele toer. Het gebruik van computers om tekst te schrijven begon net op stoom te komen met Word Perfect 5.1 (weet je nog?). Vormgevers werkten met minuscule Macjes met schermpjes zo groot als een tablet maar met de resolutie van een Nokia.
Tijdrovend en ingewikkeld
Het gebruik van een foto of ander beeldmateriaal was een tijdrovende aangelegenheid waar alleen professionals zich aan waagden. Foto’s maken en laten ontwikkelen voordat je het resultaat zag. Vervolgens retoucheren en bewerken met de hand in een donkere kamer. Dit was het terrein van ingewijden en fanatieke hobbyisten.
Het plaatsen van beeldmateriaal en de tekst in het juiste lettertype was ook een omslachtig gedoe met weinig ruimte voor variatie. Vervolgens ging de boel naar een lithograaf die transparante films ontwikkelde waar een drukker uit de voeten kon. Het resultaat was altijd weer een grote verassing tenzij er geld was voor proefafdrukken.
De digitale revolutie
Dit tijdperk, hoewel het ook zijn charmes had, hebben we achter ons gelaten. De revolutie van het digitaal opmaken en produceren van drukwerk heeft dit proces een stuk makkelijker gemaakt. In veel gevallen is ouderwets drukwerk zelfs niet meer nodig en is een digitale versie voldoende. Zeker nu iedereen overal de beschikking heeft over laptops, tablets en telefoons om digitale publicaties tot zich te nemen.
Nu kan iedereen zijn eigen content produceren en publiceren. Je hoeft er niet eens je huis voor uit! De productiemiddelen zijn in handen gekomen van het volk, zou Marx zeggen. Een mooie ontwikkeling. Maar om te zorgen dat niet alleen je schoonmoeder en je Facebookvrienden kennis nemen van jouw publicaties is het soms best handig als anderen, bijvoorbeeld een grote onderneming, iets met jouw content wil doen. Delen heet dit. Het is het drijvende principe achter sociale media en hedendaagse online marketing.
Bescherm je content
Hoe dit allemaal moet, daar kun je meer dan genoeg over lezen. Google maar eens op ‘social sharing’. Ik wil je in dit stuk wijzen op de bescherming van je auteursrecht. Door het gemak waarmee online content gedeeld kan worden is dit geen vanzelfsprekende zaak meer, ook als je niet in China woont.
Als je content belangrijk voor je is dan is het goed om duidelijk te maken dat jij de eigenaar bent. Stel dat Duyvis een feestje viert met jouw briljante Youtube-video dan is het mooi als jij daar ook de vruchten van plukt. Dit kan het beste door jezelf bij een specifieke instantie bekend te maken.
Leg je auteursrecht vast
Sinds 2001 kun je dit doen bij Creative Commons. Dit is een non-profit club die helpt bij eenvoudige content licensing. Hun gratis dienst maakt het mogelijk om voor jouw content vast te leggen wat er wel en niet mee gedaan mag worden. Denk aan delen, beschermen of mixen van o.a. tekst, beeld, muziek, programmeer-code en video. Door je aan te melden op de website krijg je een stukje code dat je op je website kunt gebruiken zodat anderen kunnen zien dat je het auteursrecht bij Creative Commons hebt vastgelegd.
Websites als Google, YouTube en Flickr herkennen dit en kunnen hier prima mee overweg. De belangrijkste licentie-opties zijn: All Rights Reserved, No Rights Reserved (iedereen mag het zomaar gebruiken), Attribution (een link naar jou als maker), Non-Commercial (anderen mogen niet verdienen aan jouw content). Op de website vind je alle uitleg en informatie die je nodig hebt.
Deze blog kun je ook lezen op B2B Contact. Gebaseerd op een artikel van Jose Castillo op EContent.com